Categorieën
Kort Verhaal

Kort Verhaal “Chocoladedoos”

Chocoladedoos

Ik zit aan een tafeltje met een smakeloos kerststukje erop. De klokjes die er in hangen zijn toepasselijk voor de situatie waarin ik me bevind. De kerstversiering in deze tent is niks. Duidelijk groots ingekocht en zonder enige notie van echte smaak. Niet dat de smaak van de restauranthouder nu relevant is.

De stap die ik vandaag zet, is wel groots. Ik leg mijn hand op de chocoladedoos. Deze doos gaat mijn hele leven omver gooien. Er zitten geen chocolaatjes in. De inhoud gaat wat stof op laten waaien. Grote plukken stof wel te verstaan. Hele containers met stof misschien zelfs wel. Mijn brein dwaalt af in containers met stof. Zelfs hele vrachtschepen met containers vol met stof.

Mijn hand grijpt naar links. Ja, mijn tas staat er nog. Ik mocht maar een weekendtas en een rugzak mee nemen. Ik heb gekozen voor praktische en comfortabele kleding, een zachte pyjama, meer ondergoed dan nodig is, wat foto´s van vroeger, een paar boeken, een notitieboek, een stok kaarten, mijn lievelingshorloge en een klein huisaltaartje dat ik ooit in India heb gekocht. Ik weet niet waar ik naar toe ga, maar de plekken waar ik ga verblijven, kan ik hiermee wat huiselijker maken.

Bij mij in de familie zijn er grote geheimen. Ze zijn overdekt met dekens, dikke wollen dekens die lucht, stof, geluid en pottenkijkers tegen houden. Iedereen moet zwijgen en als je niet zwijgt, dan krijg je een figuurlijke deken over je heen, zodat je adem benomen wordt. Iedereen leeft dus in het gelid. Ik kan dit niet meer en daarom heb ik twee jaar geleden actie ondernomen.

Stapsgewijs heb ik informatie verzameld. Soms met gevaar voor eigen leven maar ik moest het doen. Natuurlijk heb ik hulp gekregen. Vandaag zie ik mijn contactpersoon voor het laatst. Lian was mijn steun en toeverlaat deze twee jaar.

Al mijn werk zit in deze chocoladedoos. De afgelopen maand heb ik nog meer vangst verzameld.

Het is precies half vier en ze zit in een keer naast me en zegt empathisch “Dag Victor.”

Ik schuif de doos naar haar toe. Ik ben blij dat die nu in haar bezit is.

Ze zegt rustig dat mijn taak er nu op zit en dat ik goed werk heb geleverd. Het voelt alsof ik een compliment van mijn moeder krijg. Tranen zwellen op in mijn ogen. Een overweldigende vermoeidheid komt op. Ze spreekt vervolgens strenger om mij waarschijnlijk weer scherp te krijgen. Duidelijk en langzaam spreekt ze de instructies uit. Ik mag zo met mijn tassen naar de wc gaan en via de nooduitgang naar buiten lopen. Daar staat collega Ruud te wachten. Hij brengt me naar het eerste schuiladres.

Ze bedankt me en zegt dat we elkaar niet meer gaan zien. Ik mag nu naar Ruud lopen. Ik loop zo ontspannen mogelijk naar de nooduitgang maar het liefst ging ik rennen. Ik kan niet meer terug en ik weet dat mijn familie me vanaf vandaag zal opjagen.

Kort verhaal gebaseerd op het thema “Bij ons in de familie” van Boekenweek 2024.