Mag je als hulpverlener met je kop boven het maaiveld staan? Hoe ervaar jij dat?
Het lijkt wel alsof we met zijn allen een bepaald gedrag of zelfde keuzes maken. Ik zelf had het lang geleden het idee dat ik als fysiotherapeut heel sportief moest zijn en altijd maar in trainingspak rond te lopen. Gelukkig heb ik al snel aan andere conclusie getrokken en mezelf niet in die categorie te zien.
Een joggingbroek draag ik graag maar niet om in te sporten. Liever draag ik hem met sloffen aan en een omslagdoek op de bank.
Ik ben selectief sportief. Yoga en dans doe ik het liefst. Zweten mag maar hoeft niet altijd.
Maakt mij dit een aparte fysiotherapeut? Ik hoop het niet.
Wellicht minder stereotype maar daar is dan alles mee gezegd.
Ik hoef niet altijd mee te lopen met het beeld van mijn beroepsgroep. Steeds meer neem ik de rol in van coachende therapeut waarin de kracht en wijsheid van de persoon die ik help naar voren wil laten komen. Hierdoor moet ik bewust soms niks doen of zeggen.
Dat gaat niet vanzelf maar het bevalt goed. Hiermee laat ik ook het beeld van alleen maar op de bank masseren ook los.
De invulling van mijn therapie geef ik steeds meer eigen kleur. Dat kost tijd. Daar gaat De Bezielde Hulpverlener ook over.
Hoe durf jij steeds meer eigen kleur te geven aan de invulling van jouw professie?